vrijdag 2 januari 2015

De vette jaren door Chan Koonchung

Een heel apart boek. Dat is mijn eerste indruk. Een boek dat je aanzet tot nadenken. Dit kan toch niet waar zijn? Nog steeds bestaat de doodstraf in China. En dan hoef je niet eens een ernstig vergrijp (in mijn ogen) begaan te hebben. Het boek wordt door verschillende personen verteld. Dat geeft wel een aparte inkijk in het hedendaagse China.

Er zijn 4 weken verdwenen. Gewoon, zomaar, weg. Ineens besef je dat je niet meer weet wat er in die 4 weken is gebeurd. Maar eigenlijk kan het niemand iets schelen. Op een paar mensen na dan. Ze beseffen terdege dat ze moeten uitkijken wat ze zeggen, vragen, tegen en aan wie. Iedereen kan de spion van de Partij zijn. Lao Chen gelooft eerst niet dat er een maand verdwenen is. "Hij had de laatste jaren al geen zin meer gehad om nog iets over China's pijnlijke geschiedenis te lezen. Hij las nog klassieke literatuur en sentimentele romans. Het was nooit tot hem doorgedrongen dat de geschiedenis herschreven werd en de waarheid gewist. Lao Chen was schrijver, iemand die verhalen vertelde. Hij wist dat 'de waarheid' in deze postmoderne wereld ook maar een constructie was, dat de geschiedenis op verschillende manieren geïnterpreteerd kon worden." Hij is dan ook stom verbaasd als blijkt dat een van de schrijvers die hij vroeger veelvuldig las gewoon verdwenen is uit de boekhandel, en niet alleen de boeken zijn verdwenen, de schrijver zou nooit bestaan hebben.

Iedereen is "gelukkig", heeft een beter leven dan vroeger. China's gouden jaren. De gouden jaren begonnen toen de rest van de wereld in een crisis belandde. Niet alle geschiedenisboeken zijn verdwenen, alleen de boeken die tegen de zienswijze van de Partij ingaan. Het idee alleen al dat een Partij jou kan voorschrijven welke boeken je wel of niet mag lezen. Afluisteren, een normaal verschijnsel in China. Gevolgd worden, ook al zoiets. Alleen omdat iemand jou verdacht vindt, omdat je net even anders dan de doorsnee "gelukkige" Chinees bent.

Lao Chen kijkt eens per maand oude films bij Jian Lin. He Dongsheng is vaak ook aanwezig. Samen drinken ze dure wijn. He Dongsheng slaapt nooit. Behalve tijdens de film. Maar daarna kan hij wel altijd uitleggen waar de film eigenlijk over gaat.
Lao Chen is verliefd op Xiao Xi. Hij wil haar helpen, haar doen inzien dat hij van haar houdt. Hij zoekt haar op met behulp van Fang Caodi. Xiao Xi is gevlucht naar het dorp Henan, naar de kerk met de naam "het graan sterft niet". Samen keren ze terug.

Geluksdorp Nummer Twee. Tevreden mensen. Idealisten. Starbucks. Maar dus ook corruptie. Vervuiling. Geen respect voor de mensenrechten. Geen vrijheid van meningsuiting. Er bekruipt me steeds meer een naar gevoel bij het lezen van dit boek. Hong Kong is Chinees maar toch ook weer niet. Als ik zelf in HK rondloop voel ik me vrij, zoveel indrukken, de mensen zijn vriendelijk. Wacht even, dat is toch niet de vriendelijkheid uit dit boek hè? De vriendelijkheid die niet echt is, die de grote tevredenheid moet uitstralen. De vriendelijkheid die door het water stroomt. Nee, dat kan ik echt niet geloven. Ik houd van Hong Kong. Vanaf het eerste moment dat ik voet op hun bodem zette. Een land waar je gewoon kunt rondlopen, alles in je eentje kunt ontdekken (als je dat wilt).

Het laatste deel van het boek is een "epiloog". Het lijkt even alsof er een verklaring komt. Maar ook deze verklaring hoort gewoon bij het verhaal. Langzaam kom je erachter dat het verhaal verteld wordt. He Dongsheng is ontvoerd. Hij is lid van de Partij. Fang Caodi, Xiao Xi en Lao Chen weten hem ervan te overtuigen dat hij maar beter kan vertellen wat ze willen weten. Zij kunnen niets met deze informatie, het zou hun dood betekenen. Maar ook He Dongsheng zit in een vreemde positie want hoe kan iemand zomaar ontvoerd worden? Dat hij uit de Partij verstoten zou worden (lees: vermoord worden) als het uitkwam. Dus vertelt hij de epiloog. Waarom de Chinezen gelukkig zijn. Hoe 4 weken konden verdwijnen.