Het zelfstandig te lezen vervolg op Italiaanse schoenen is Zweedse laarzen. Het verhaal van Fredrik Welin, oud-chirurg, eilandbewoner.
Als Fredrik ligt te slapen brandt zijn huis af. Hij kan net op tijd ontsnappen. Uit onderzoek blijkt dat de brand is aangestoken. Hoewel hij er totaal geen baat bij heeft wordt hij toch in eerste instantie als verdachte aangemerkt. Zijn dochter Louise vraagt hem het huis opnieuw te laten bouwen.
Louise komt en gaat wanneer het haar uitkomt, zonder al te veel los te laten over haar leven. In kleine brokstukjes komen we steeds meer te weten. Ze maakt deel uit van een groepje vrijwilligers die een afspraak hebben gemaakt met de directie van het Rijksmuseum. Ze zamelen geld in, regelen auto's en ambulances met de simpele bedoeling ernstig zieke mensen nog één keer in hun leven de schilderijen van Rembrandt te laten zien.
Maar Louise is ook de zakkenroller die wordt aangehouden in Parijs. Op zoek naar hulp bij de ambassade zegt Fredrik "Mijn dochter is geen zaak, ze is een mens." Het zijn dit soort kleine zinnetjes die het boek subliem maken. Wanneer Fredrik haar vrij krijgt uit de cel ontdekt hij meer over zijn dochter. Zo blijkt ze getrouwd met Ahmed, een nachtwaker uit Algiers. In hun huis woont ook Mohammed, Ahmeds broer. Ahmed besloot voor hem te zorgen omdat zijn moeder daartoe niet in staat bleek. Mohammed is zwaar gehandicapt.
Stiekem is Fredrik Welin verliefd op Lisa Modin, verslaggeefster en net zo op zichzelf als Fredrik. Lisa heeft hem het ticket naar Parijs bezorgd alsook het hotel waar hij overnacht tijdens zijn verblijf. Als goede vrienden, aftastend, brengen ze af en toe geruime tijd samen door. Fredrik hoopt soms iets teveel, een mooi beschreven hunkeren.
Terwijl Fredrik nog in Parijs is belt de oude postbode Jansson hem op om te vertellen dat het huis van weduwe Westerfeldt in brand staat. Er moest dus wel een pyromaan op de eilanden actief zijn. Volgens Alexandersson (de rechercheur) is ook dit huis op verschillende plaatsen tegelijk gaan branden.
Enkele mensen die met tussenpozen in het boek voorkomen en een belangrijke rol spelen in het leven van Fredrik Welin:
Oslovski, een kluizenaarsvrouw die aan de overkant van de baai woont. Fredrik parkeert zijn auto op haar terrein. Ze sleutelt graag aan een oude DeSoto. Op een morgen ligt ze dood in haar garage, de bahco nog in haar hand. Wie haar auto na haar dood steelt blijft onbekend.
Nordin, de winkeluitbater. Ook hij sterft plotseling, de Zweedse laarzen welke Fredrik na de brand besteld had, zijn nog niet binnen. Zijn vrouw neemt de zaak over. Wanneer de laarzen na enkele weken arriveren is het de verkeerde maat.
Johansson, de oude postbode. Een eenzaam figuur, met een prachtige stem. Op de begrafenis van Harriet (beschreven in Italiaanse schoenen) zong hij het Ave Maria. Om het nieuwe jaar in te luiden zingt hij het lied op verzoek van Fredrik nogmaals. Lisa, Johansson en Fredrik vierden samen de overgang naar het nieuwe jaar. Iedereen weet dat hij altijd alle brieven, kaarten en pakjes opende en las. Maar niemand kende Johansson echt.
Een prachtig boek, met zinnen die je wilt onthouden, uitdrukkingen die je niet wilt vergeten. "Ik wist dat ze matineus was", wie zegt dit nog? Ook de volgende uitdrukking wil ik onthouden: "dit trok de kurk uit de laatste fles van verzameld fatsoen".
Een groot schrijver is heengegaan. Een groot man, met een enorm mooi hart, is heengegaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten