donderdag 21 juni 2018
Al wat schittert - Eleanor Catton
Een 'Daverende leeservaring' volgens de Volkskrant... het is maar wat je daverend noemt? De eerste 1000 pagina's las ik omdat ik wist waar het zich afspeelde, niet omdat het nou zo boeide. Ik heb niets met astrologie (alle delen worden als astrologische beelden weggezet). Of Mercurius nou in Boogschutter of in Waterman staat, het zegt mij niets. Het voegt voor mij ook niets toe aan het verhaal. Vanaf pagina 1050 begon het boek me te "pakken". Ik wilde weten hoe het verder ging. Nog ruim 300 pagina's genieten dus. En als het niet in dwarsligger was verschenen had ik het nooit gelezen. Dit was tenminste nog handzaam (ook dik, maar "vatbaar").
Nieuw-Zeeland, 1866. Vanuit China, Engeland, Australië reist men af om het goud in Nieuw-Zeeland te gaan ontdekken. In die tijd nog met stoomschepen. De een is wat verder onderweg dan de ander maar uiteindelijk komen de meesten bij Dunedin aan of, aan de andere kant van het eiland, bij Hokitika. Ook op het eiland zelf wordt flink gereisd. Wat mij opviel was dat al het goud (blijkbaar) op het Zuidereiland te vinden is. De Maori's hebben dan nog de rust op het Noordereiland? Te Rau Tauwhare is de enige Maori die in het boek een rol speelt. Hij spreekt inmiddels al wat Engels. Met deze man had ik best nog eens een praatje willen maken.
Behalve bijzonder veel gekonkel, jaloezie en fraude is er eigenlijk maar één echte rode draad in het verhaal: de opbloeiende liefde tussen Anna Wetherell en Emery Staines. En daar kom je pas bijna op het einde achter. Hoe belastingen ook toen al werden ontdoken wordt haarfijn uit de doeken gedaan. Het verhaal is bijzonder beschrijvend, zonder dat je voor je ogen ziet hoe het er daar nu eigenlijk uitziet. Goud, opium en laudanum zijn de sleutelwoorden.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten