Het afschuwelijke relaas van de oorlog, Mustafa gaat in een mortuarium werken om de doden de laatste eer te bewijzen. Op een dag treft hij zijn zoon Firas op tafel aan. Hij is gedood door de extremisten. Mustafa weet nu dat hij moet vluchten. Zijn vrouw Dahab en dochter Aya heeft hij al vooruit gestuurd naar Groot-Britannië. Hij vraagt Nuri mee te gaan om Afra en hun zoon Sami te beschermen. Afra wil nog niet weggaan. Een week na de dood van Firas sterft Sami in de armen van Afra, getroffen door een bom. Afra is vanaf dat moment blind. Wanneer Nuri letterlijk oog in oog komt met een machinegeweer krijgt hij nog één kans om in leven te blijven. Die nacht worden ze wakker en vluchten hun schuilkelder in. Hun huis wordt overhoop gehaald. Ook voor Afra is het nu duidelijk dat blijven in haar land niet langer mogelijk is.
Wat volgt is het onmogelijke verhaal van "de vluchteling". Opgejaagd, bespuwd, verafschuwd, vies, moe, getraumatiseerd, waanbeelden... niets blijft hun bespaard. Als door een wonder redden Nuri en Afra de overtocht. In Griekenland wacht hun meer vernederingen. Mensensmokkelaars verdienen flink, niet alleen aan het geld dat de vluchteling hun betaalt om gered te worden. Ook door smerige karweitjes in de nacht te laten opknappen. Nuri wil met Afra naar Groot-Britannië, naar Mustafa die daar een nieuw bestaan heeft opgebouwd met nieuwe bijen. Het is zo ongeveer de duurste reis die je kunt bedenken, niet alleen in geld.
Christy Lefteri besloot dit boek te schrijven nadat ze als vrijwilliger had gewerkt in de opvangcentra van Athene. Nadat ze talloze verhalen had gehoord van vluchtelingen uit vooral Syrië en Afghanistan. Hoewel fictie, is het zo geloofwaardig geschreven dat het het verhaal van iedere vluchteling kan zijn. Respect is wat me het hele boek door bijblijft. Respect voor de medemens, afschuw voor iedere oorlog. Het boek heeft enkele prachtige overgangen waardoor het verhaal nog meer beklijft.
Ik staar naar de nacht omdat ik bang ben voor
de duisternis
viel en wij bevonden ons in Bab-al-Faray, in de oude stad.
In iemand die je kent, huist altijd een persoon die je niet kent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten